Nieuws

VHV Africhting

Boxer

Herkomst: Duits ras, thans wereldwijd verspreid. Stamt af van de Brabanter Bullebijter, die werd gebruikt voor het vechten met stieren. Aan het begin van de twintigste eeuw ontstaan uit een kruising met de Engelse Bulldog.

Algemeen voorkomen: Middelgrote, krachtige, athletische hond met een vierkante lichaamsbouw.

Schofthoogte: reuen 57 - 63 cm, teven 54 - 59 cm

Gewicht: reuen meer dan 30 kg, teven circa 25 kg

Vacht: Korte, glanzende, vlak aanliggende vacht. Van geel tot en met donker gestroomd. Zwart masker. Witte aftekeningen toegestaan op borst, snuit en voeten.

Gebruik: Gebruiks- en gezelschapshond.

Gezondheid: Fokdieren worden onderzocht op heupdysplasie en hartafwijkingen.

Aard: De Boxer is aanhankelijk, trouw t.o.v. baas en gezin en daarmee uitermate geschikt als huishond. Een boxer is dwingend aanwezig en wil er graag bijhoren. Hij is vrolijk, vriendelijk en erg speels. De boxer is intelligent en moet met zacht, maar consequente hand opgevoed worden binnen het gezin. Hij heeft een grote bewegingsdrang en is altijd in voor een spelletje. De boxer blijft joviaal voor alle gezinsleden en is een kameraad, zelfs op heel hoge leeftijd.

Bijzonderheden: De vacht vereist geen bijzondere aandacht, een regelmatige borstelbeurt is voldoende.